Transitievisie warmte, meer dan het verbranden van subsidie

Transitievisie warmte, meer dan het verbranden van subsidie

De laatste raadsvergadering is de transitievisie warmte vastgesteld. B06 heeft tegen deze visie gestemd. Deze visie houdt geen rekening met ontwikkelingen en innovaties, heeft geen lange-termijnvisie en laat de inwoners in het ongewisse over de kosten die gemaakt moeten worden om van het gas af te komen. In deze column leggen wij uit, hoe wij tot deze conclusies zijn gekomen.

 

Onlangs heeft B06 vragen gesteld aan het college over een recent verschenen rapport van het Economisch Instituut voor de Bouw, waarin de kosten voor de aanleg van warmtenetten wordt vergeleken met de kosten voor (hybride) warmtepompen. Ook zijn vragen gesteld over het voornemen van de gasunie, om tot 2030 7 miljard te investeren in het geschikt maken van het huidige gasnetwerk voor een nationaal waterstofnetwerk.

Wij zijn geschrokken van de antwoorden op onze vragen, want de enige richting waar het college aan denkt is de oprichting van een warmtebedrijf om de Zilverkamp aardgasvrij te maken. Er spreekt een onwil uit de antwoorden om inhoudelijk te reageren op nieuwe ontwikkelingen en het belangrijkste, de inwoners worden zo lang mogelijk dom gehouden over de kosten die deze warmtetransitie met zich mee brengen.

Op het voornemen van de gasunie, om het gasnetwerk tot 2030 geschikt te maken voor waterstof reageert het college door te stellen, dat de gemeente waterstof de komende 10 jaar niet als oplossing ziet. Punt.

Welke oplossing ziet de gemeente dan wel voor de komende 10 jaar? Dit is het verbranden van houtige biomassa, waar heel Nederland inmiddels van overtuigd is dat dit tot 2x zo vervuilend is als gas. Op onze vraag hoeveel procent CO2-reductie houtige massa oplevert hebben we geen antwoord gekregen.

Wel geeft het college aan, dat houtige biomassa een tussenoplossing is tot 2035. Wat vervolgens de eindoplossing moet worden blijft onduidelijk en is een groot risico, als een hele wijk al van het gas af is. Dit risico wordt alleen maar groter, als de regering het besluit neemt om houtstook versnelt af te bouwen.

Het economisch instituut voor de bouw heeft in een rapport de kosten van een warmtenet afgezet tegen de kosten voor all-electric warmtepompen en een hybride vorm van warmtepompen. Hieruit blijkt dat een warmtenet verreweg het duurst is. De gemeente negeert deze berekeningen en stelt met droge ogen dat een warmtepomp 20x zo duur is als de aansluiting op het warmtenet. De investering van 40 miljoen om het warmtenet aan te leggen wordt hierin dus niet meegenomen. Blijkbaar gaat het college ervan uit dat dit helemaal gesubsidieerd wordt en niet terugverdiend moet worden.

Het college heeft de visie, dat energie besparen de belangrijkste eerste stap is. Dit kunnen wij helemaal onderschrijven. Wat wij vervolgens niet snappen is, dat hetzelfde college als voordeel van het warmtenet ziet dat iedere woningeigenaar het isoleren van zijn woning kan uitvoeren in een tempo dat hem/haar past.

Dan de gevolgen voor de inwoners.

In een zienswijze van ‘Duurzaam Zilverkamp’ worden terecht een aantal zorgen opgesomd van de impact van de transitie op de inwoners van de Zilverkamp. Ook B06 vraagt al enkele jaren naar de kosten die de inwoners van Lingewaard moeten maken, maar steeds wordt dit naar voren geschoven, ook nu weer. De gemaakte kaart van Lingewaard, waar per wijk wordt aangegeven welke vorm van van-het-gas-af haalbaar is wordt niet meer gebruikt, om geen onrust te veroorzaken. Door niet open en eerlijk te zijn naar de burgers toe wordt geen draagvlak gecreëerd en zal het behalen van de doelstellingen alleen maar vertraging oplopen.

Concluderend stelt B06, dat op dit moment de enige warmte die wordt gecreëerd met de warmtevisie het verbranden van subsidiegeld is. Gezien alle landelijke en internationale onderzoeken die lopen is het zeer onverstandig en risicovol om nu te investeren in een warmtenet. Wij sluiten ons dan ook aan op de visie van het Economisch instituut voor de bouw, dat door minder in te zetten op warmtenetten er meer ruimte wordt gecreëerd voor innovatie en toekomstige oplossingen.